224. IJssel09: Deventer Wijhe
De IJssel en linie
Een stevige wandeling voert ons van Deventer naar Wijhe langs vele stukken IJssel. Via de oude stadswallen (is nu een park) lopen Deventer uit naar de IJssel, waar we opnieuw geconfronteerd worden met een herinrichting van het landschap. Dit keer geen dijkverlegging maar een verdieping van de uiterwaarden, waardoor nieuwe meren ontstaan. Op water lopen was maar enkelen vergund, maar niet de argeloze wandelaar die nu wat dichter bij de dijk moet blijven en daar van het mooie uitzicht kan genieten. Uiteindelijk lopen we toch door de waarden naar het landgoed Rande, waar een versterkt huis (Havezate) stond en nu een verzameling gebouwen die Rande vormen. Er was hier zelfs een station op de lijn Zwolle Arnhem.
Net voorbij het landgoed komen we langs een zelfbedienings picknickplaats aan het Randerpad. Met Senseoapparaat en koektrommel kun je je hier van koffie of thee voorzien. Een mooi initiatief op deze boerderij. Het duurt niet lang voordat we op een tweede Havezate uitkomen: Landgoed De Haere. Het ligt er prachtig bij en herbergt binnen zijn landgrenzen interessante dingen. Het huis zelf is een Franse stijl woning, het terroire bevat een grote zonnewijzer (gemist!) en een omvangrijk bunkerstelsel wat deel uitmaakte van de IJssellinie. Er waren hier zo’n 1200 man gelegerd die de Russen moesten tegenhouden. Even verderop was een caisson constructie (daar komen we verderop langs) die in de IJssel kon worden gedreven en afgezonken, waardoor de boel onder water kwam te staan. In het landgoed, onder de grond dus, vinden we een compleet commandocentrum en een hospitaal in bom- en gasvrije kelders. De Russen wisten er alles van. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 is het gebied vrijgegeven. Een paar honderd meter verderop zien we nog een verdedigingsbult voor afweergeschut. De planners waren nl zo onhandig geweest om de stuw precies in het verlengde van twee torenspitsen aan te leggen. Ideaal om aan te vliegen dus.
We lopen door Olst. Behalve dat het aan een spoor ligt geniet het weinig bekendheid, maar de Bakkers Molen aan de N337 (waar je niet kunt lopen) is leuk.
Voort gaat het langs de IJssel langs Den Nul (is niets) en Fortmond. Ook hier herinrichting van de Duurse Waarden, maar ook een pad door een prachtig natuurgebied.
Het laatste stuk voert ons naar Wijhe. Aan de oostkant ervan ligt landgoed Den Gelder. We lopen door de sombere hekken van de Havezate, waar een heer van Gelder nog steeds de baas is (Baron De Vos van Steenwijk dus). Let goed op het pad, want er is een verbinding naar het fietspad langs de spoorlijn over een gammel bruggetje.
vrijdag 31 oktober 2014
zondag 26 oktober 2014
Hanze en Dijken
(begin: NS Station Brummen Eind: NS station Deventer, afstand 29,2km) We lopen een lange route die zich kenmerkt door veel rivier en vooral door twee Hanzesteden Zutphen en Deventer. Onze wat langere tocht start in Brummen, een eeuwenoud (8ste eeuw) stadje waarvoor je even je best moet doen om dat te zien, want het centrum stelt niet veel voor. Toch staat er een groot Kasteel, Engelenburg genaamd. Als je van golfen houdt is dit je plek. Ik heb me tot Klein Engelenburg beperkt. Vanuit Brummen lopen we naar de IJsseldijk en daar begint de ellende van de dijkverlegging door Rijkswaterstaat. Natuurlijk het is noodzakelijk dat de IJssel een gedeelte van het hoge Rijnwater voor zijn rekening neemt, maar als wandelaar is het lastig lopen. Eind 2014 (nov) was men nog druk bezig de grond te verzetten en daarom een kleine omweg moeten maken. In 2015 komt het allemaal weer goed hoop ik. We komen uit bij de brug over de IJssel naar Zutphen. Die nemen we natuurlijk, want Zutphen is een van de Hanzesteden die we aandoen. Het is een van de oudste steden van Nederland (3de eeuw). Het centrum van toen (‘s-Gravenhof) heeft de volksverhuizingen overleefd, want het is het centrum van nu gebleven. Het is opmerkelijk, want zoals iedere Hanzestad is het verwoest door de Spanjaarden of de Staatsen of de Fransen. Honderden mensen zijn er vermoord, waarvan de het bloedbad van Zutphen op 17 november 1572 het bekendst is gebleven. Nu sieren de prachtige Berkelpoort, het stadhuis en de wijntoren de stad op. Zutphen is van oudsher een justitiestad. Hier was een opleiding voor rechercheur en natuurlijk rechtspraak. Opgeleid wordt er sinds 2010 niet meer, terwijl je je kunt afvragen hoe lang er nog recht zal worden gesproken in dit roemruchte provinciestadje. We steken via de spoorbrug de IJssel weer over en passeren een oude wasserij om daarna opnieuw in de dijkverlegging terecht te komen. Ik liep redelijk vast in de Voorsterklei, een prachtig natuurgebied. Gelukkig mocht ik van de uitvoerder naar de oude dijk lopen om vervolgens in landgoed De Poll te geraken bij de ruïne van kasteel Nijenbeek. Het donjon is het enige wat er nog van over is. Het verhaal gaat dat Renaud van Gelre hier door zijn broer gevangen werd gehouden en zoveel te eten kreeg, dat ze de celdeur open konden laten staan, zo dik was hij. Toen hij weer op vrije voeten was stierf hij al op 38 jarige leeftijd. Ook toen was dik zijn geen goed plan. De dijk wordt smal een mooi en we zien de Wilhelmina brug van Deventer liggen. Dit was de brug die voor de film “a bridge too far” werd gebruikt. De Bolwerkse zaagmolen die we passeren is 150 jaar oud en hoort bij Deventer, want deze kant van de IJssel is toch Overijssel. We zien hier ook de machtige Lebuinuskerk liggen die de hele sky-line van Deventer vanaf hier domineert. Met het pontje varen we naar de stad. Een bootritje (1,50EU) is goedkoper dan een dag parkeren in de stad. De schipper vaart er wel bij. Was Zutphen een rechtsstad, Deventer was een religiestad. Het verklaart in ieder geval de grote kerk die weliswaar kleiner dan de Utrechtse Dom toch moest imponeren. Ondanks de vele verwoestingen is er nog veel te zien van Deventer. Het kent vele hofjes en pleintjes, maar ook vele parken, die tot de oudste van ons land behoren. Van oudsher bakt Deventer koek. Bij Bussink kun je het nostaligsch naar binnen werken.
donderdag 16 oktober 2014
Langs Het Zwarte Schaar
222. IJssel 07: Doesburg - Brummen
(Begin: Bushalte Karel Doormansingel (Doesburg); Eind: Treinstation (Brummen)
Mooi om in Doesburg te beginnen. Het is een oude hanzestad die aan de mond van de Oude IJssel ligt en dus ook een vestingstad is. En dat is goed te zien, want er is weinig gebouwd om Doesburg (dat mocht niet) en je kunt er prachtig over de stadswallen lopen. De Waag en Het Stadhuis zijn prachtige monumenten en je brengt zo een uurtje in dit mooie stadje zoet.
We verlaten het stadje aan de noordkant om langs de oostoever van Het Zwarte Schaar te gaan lopen. Het is een grote IJssel meander waar nu jachthavens en natuur zijn. De Fraterwaard ligt in het midden. Terwijl je langs het water loopt blijf je de Martinikerk van Doesburg zien, want zo'n meander schiet natuurlijk niet op.
Eenmaal langs de IJssel schiet het weer op en zien we in de verte de Geldersche Toren. Hij is al van de 12de eeuw, maar is in de 19de eeuw neogotisch omgebouwd. In de verte passeren we Steenderen en als we na het gemaal aan de Grote beek het bosje induiken blijkt er ineens een mini stadje achter te liggen: Bronkhorst. Om er te komen lopen we over de oude motte heuvel, waar ooit het kasteel Bronckhorst heeft gestaan. Het stadje zelf is superklein, maar staat wel vol met oude pandjes, waar veel fietstoeristen op af komen.
Vanaf Bronkhorst steken we de IJssel over met autoveer. Hier vinden ook weer wat buitens zoals de Wijde Landen en Spaensweerd. Let even op wanneer je bij Brummen die zeer drukke provinciale weg (N348) wilt oversteken: er ligt een diepe maar droge sloot achter, als er water in staat, naar rechts en OMLOPEN.
Brummen is oeroud, maar dat is niet zo aan het plaatsje te zien. Bedenk dat aan de hogere veluwezoom veilig wonen was aan de IJssel. In Brummen passeren we Groot Engelenburg opnieuw een opgedirkt (19de eeuw) kasteel wat er al staat sinds de Middeleeuwen
maandag 13 oktober 2014
De IJssel: Rivier of Kanaal
Begin: Treinstation (Westervoort); Eind: Bushalte Karel Doormanlaan (Doesburg)
We zoeken de IJssel aan zijn Nederlandse begin bij Westervoort. We zitten aan de Hondsbroekse Pleij en de Pleijdijk. 't Is me niet duidelijk waar Pleij vandaan komt, maar het zal wel iets met land te maken. Enfin. bij de instroom van de IJssel is een heel parkje gemaakt met monumenten en een waterkering. 15% van Neder Rijn wordt hier afgevoerd naar het Noorden, de rest gaat over de Waal en de Rijn.
Het verhaal gaat dat de Romeinse veldheer Drusus de IJssel tot aan Doesburg zou hebben gegraven als een van zijn beroemde kanalen. Het zou best kunnen, maar eigenlijk heeft de IJssel toch wel erg veel meanders en geologisch is hij minstens zo verklaarbaar als oude Rijnloop.
De drie dijken (2 Pleij dijken en een Rijndijk) zijn mooi te belopen. Het voert ons naar de IJsselse oversteek waar in april 1945 de geallieerden de Duitsers versloegen. We passeren een verdacht kale afgeschermde heuvel waar ik een stort vermoed. Dat wordt extra bevestigd door een stortbedrijf en de vuilverbranding AVR die in volle glorie boven het landschap uitsteekt.
Van Lathum had ik nog nooit gehoord, maar we passeren dit dorp, waar behalve een middeleeuws huis, niets te bleven is. Het valt op hoeveel grind en zandgraverijen hier zijn. Het landschap wordt dan meteen vertaald in recreatieterrein, want waar plassen ontstaan moeten scheepje met strand komen. Over zo'n vier kilometer strekken de meren met havens, wooneilanden en wat dies meer zij uit. In de herfst is het rustig en de strandjes zijn dan aangename plekken om even te verpozen. Het dorp Giesbeek sluit naadloos aan op de recreatie gebieden waar we eigenlijk aan de zuidkant van IJssel lopen. Na Giesbeek komt de IJssel weer als echte rivier op ons pad en passeren we het landgoed Bingerden. Het is dus geen kasteel, maar een buitenplaats, waar de graven Hamaland al in 970 vertoefden. Natuurlijk wordt het in de fik gestoken; door deDuitsers dit keer, maar het is herbouwd en het is nog steeds een buiten.
De IJsseldijk loopt naar Doesburg, waar de Oude IJssel zich bij de IJssel voegt. Daar zijn nog heel wat waterweken voor nodig, zoals gemalen, sluizen en brug, maar dit zijn geen kleine stroompjes meer.
dinsdag 7 oktober 2014
Langs de Oude IJssel
De IJssel is eigenlijk een oude Rijnloop en hier heet hij Oude IJssel, het verlengstuk van de Duitse Issel. De route is wat langer, om in een keer dit stuk van de IJssel te kunnen uitlopen naar de hoofdrivier die IJssel heet.
We beginnen in Gaanderen waar het treintje van/naar Winterwijk ons brengt. We lopen al gelijk door een beetje bosterrein om langs de Akkermansbeek te gaan. Het is een afwateringsbeek, die met de Bielheimerbeek in de Oude IJssel uitmondt. Helaas moeten we hier het mooie pad verlaten om via industrieterrein in Doetinchem te geraken. Het is de plaats van de Graafschap en heet ook wel Deutekom (nu weten we dus hoe Christine aan haar naam komt). Deutekom is oud. In 838 wordt het al genoemd. Er werden vier machtige poorten gebouwd en Doetinchem werd een belangrijke handelsstad. In 1527 brandde de stad af, en er is weinig overgebleven over de middeleeuwse geschiedenis van deze stad. En net zoals Arnhem en Nijmegen is ook Doetinchem door de geallieerden verwoest. Dus echt mooi is de stad niet, maar historie heeft het dus wel.
Via De Huet (industrie) verlaten we de stad om tenslotte weer over een mooi IJsselpad bij Laag Keppel te komen. En dat is een verrassend stadje met mooi panden en een kasteel, Keppel genaamd. Het is particulier en na vele verwoestingen herbouwd door Bommen Berend (Bisschop van Munster). De van Lyndens wonen er nu. De familiestamboom gaat terug tot de 14de eeuw en ze laten alleen bezoekers op afspraak toe en de dorpelingen mogen er hun Sinterklaas vieren (zo lang dat nog mag tegenwoordig).
De Oude IJssel wordt nu op de voet gevolgd over schapendijken waar je sinds kort niet meer mag lopen. Als je minder apocrief wilt lopen, neem dan het zuidelijke fietspad en loop om landgoed Mulra heen. De schapen vinden het allemaal prima.
We lopen tegen de N338 aan. Hier sluit het fiets/IJsselpad niet op aan, dus via het noordelijk talud naar de overkant van de Oude IJssel lopen om naar Doesburg te komen. Via een pad over de oude zuidelijke stadswal lopen we het oude stadje binnen. Gelukkig is hier wel wat meer heel gebleven.
maandag 6 oktober 2014
Van Issel naar (Oude) IJssel
219. Issel04: Isselburg - Gaanderen at EveryTrail
Een afwisselende tocht die start in Isselburg. Deze plaats doet meer vermoeden dan het is, want van burchten was hier alleen in het verleden sprake.
Dat geldt niet voor Anholt, dat juist beroemd is om zijn waterkasteel. Je moet dan wel eerst over een golfterrein waar je als wandelaar maar net doorheen mag lopen, maar dan heb je ook wat. Schloss Anholt is groot en het is omsloten door een groot park en dat golfterrein. Je kunt er voor 160EU slapen en het eten is er ook goed zo zei men.
Vanaf het slot is het nog maar een klein stukje naar de grens, waar de Issel nog even aarzelt om IJssel te worden, want bij Megchelen en Gendringen is het hier grensrivier. We lopen langs landgoed Landfort een beetje illegaal langs de Isselkade (draad) naar Ulft, waar de Issel tot Oude IJssel besluit, want dan wordt hij eindelijk door NL omsloten.
Het is hier een interessant gebied, want de grond is hier rijk aan ijzer. De boeren waren er niet blij mee, maar blijkbaar bevat de grond genoeg ijzer om er iets van te maken. Overal in de streek vind je ijzergieterijen of wat daar van over is. Het oererts vind je hier op diverse plaatsen in de Achterhoek. Met bekenden namen als DRU, Atag, Vulcaan en Pelgrim. In Ulft vinden we het oude industriecomplex terug met watertoren en schoorsteen. Tegenwoordig wordt een beetje oud industriegebied al tot erfgoed verklaard om er vervolgens een atelier te laten beginnen of om er een eettent van te maken. Maar Ulft was er al vroeg bij met zijn DRU terrein. DRU maakte in de jaren zestig gaskachels en was een van de grootste en ook oudste ijzergieterijen (1754) van NL.
Van Ulft loopt de Oude IJssel voort naar Silvolde en Terborg. We lopen er langs de Paasberg. Dat is een oude (zeldzame) zandrug die ontstaan is toen de Rijn hier nog liep. Die rug loopt stiekem door in Terborg en Gaanderen, waar alle straten nog herinneren aan het roemruchte ijzerverleden.
Net voor Terborg doen we kasteel Wisch aan. Kasteel Wisch is oeroud en dateert al vanaf de 12de eeuw. Vele verwoestingen vonden plaats, maar uiteindelijk heeft de familie van Schuylenburgh de boel weer een beetje samengebracht en verbouwd. Het huidige complex bevat stukken uit 1648 en en andere 17de eeuwse torens. Het lijkt eigenlijk wel een beetje op paleis Soestdijk, maar dat krijg je als je de boel wit saust.
De route eindigt onverwacht in een mooi dal van de Akkermansbeek, het ligt wel iets van de Oude IJssel af, maar een goede keuze is het wel om naar het station in Gaanderen te komen.
Abonneren op:
Posts (Atom)